Grafisch Atelier Minnigh


Een creatieve hub met ruimte voor experiment

In Rotterdam West, ter hoogte van het oude Delfshaven, is aan het water bedrijfsverzamelgebouw de Kroon te vinden. Voorheen een elektrotechnisch bedrijf, huisvest het nu een heel ander type ondernemingen: muziekstudio’s, ateliers en zelfs een ongebruikelijk uitziende camping. Sinds 2019 zit daar ook een relatieve nieuwkomer met een lange voorgeschiedenis: Grafisch Atelier Minnigh. CBK Rotterdam maakt met het Goethe Institut Rotterdam gebruik van de werkplaats via de jaarlijkse grafiek-artist-in-residence uit Dresden. Op dit moment zou Andreas Kempe volop in touw geweest zijn, ware het niet dat het coronavirus de plannen doorkruiste. Naar een nieuwe datum voor zijn residentie wordt gezocht. Wat blijft is een prachtige werkplaats met duizend-en-een mogelijkheden voor kunstenaars die iets met grafiek willen doen. Sandra Smets schreef erover.

“Met pijn in het hart namen we afscheid van ons atelier in de Van der Sluysstraat,” vertelt Esther Schoonhoven, een van de negen kunstenaars die deze plek runnen. “Maar dit is een creatieve hub, met veel ruimte, waar we interactie met de omgeving willen vinden. We richten ons op beeldend kunstenaars en op vormgevers die niet per se grafici zijn maar de technieken wel een keer willen proberen. Wil je een keer experimenteren met etsen of riso of lithografie, dan moet er in Rotterdam een adres zijn waar je kunt aankloppen. Dat bieden wij. Elke dinsdagavond en donderdagmorgen is er een open inloop en kun je voor 8,50 euro hier werken en ontwerpen afdrukken. Daarvoor bieden we ook strippenkaarten, zes maal voor 45 euro, en met een jaarabonnement voor 60 euro per maand heb je altijd vrij toegang tot het atelier.”

Het was zo’n acht jaar geleden dat Schoonhoven op een borrel was waar gepolst werd wie interesse had om in zo’n atelier te komen werken. Het leverde vijf sleutelhouders op, van wie er altijd een aanwezig is om bezoekers te helpen. “We hebben geen interesse om een tweede SKVR te worden die cursussen geeft, wel hebben we de technische kennis hoe je een plaatje etst of een steen bewerkt en willen dat doorgeven. Wie komt moet het zelf doen, maar wordt altijd door een kunstenaar op weg geholpen.”

Het atelier werd in 2012 als stichting opgericht na het overlijden van de Rotterdamse graficus Joost Minnigh, een oude rot uit een andere generatie. Hij liet twee grote ets- en lithografiemachines na, het formaat dat je je als kunstenaar zelf niet kunt permitteren. Minnigh heeft nog net meegemaakt dat her en der grafiekafdelingen sloten, omdat conceptontwikkeling belangrijker werd geacht, kort voordat juist ambacht een comeback zou beleven. Inmiddels is weer een nieuwe generatie kunstenaars geïnteresseerd in de grafische mogelijkheden, zoals riso en zeefdruk – aan Minnighs apparaten is een risodrukpers toegevoegd. Vooral de snoeiharde pigmenten van riso spreken aan, merkt Schoonhoven: “Die zijn soms fluorescerend. Bovendien houden jonge kunstenaars van de onvoorspelbaarheid in riso en zeefdruk: daar gebeurt iets wat je niet met je hoofd of met een computer kunt sturen. Er zit iets avontuurlijks in, je kunt niet streven naar perfectie. Het kan vreemde combinaties opleveren, denk aan Warhol die een bloem heel andere kleurstellingen gaf doordat de zeefdruktechniek hem op dat pad bracht.”

Avontuurlijke druktechnieken met ongewisse resultaten zijn een totaal andere benadering dan de reproductiekant waar druktechnieken bekend om staan. Minnigh himself werkte in een tijd dat die veranderingen zouden gaan plaatsvinden. Toen hij in 1967 van de academie kwam werkte hij betonstorter in de haven en was ’s avonds kapot, maar ging dan toch met zijn kunst verder. Thuis maakte hij etsplaten en drukte deze bij ARA, een kunstenaarscoöperatie op Zuid. De aanschaf van een eigen etspers betekende een vlucht voor zijn werk, vertelde hij tegen Trouw in 1983. Hij wilde het ambacht onder de knie krijgen wat leidde tot fijnzinnige stedelijke panorama’s, metrogangen en bouwputten met peilloze dieptes. Combinaties van licht en donker, fluweelzacht en transparant, dood en levend, met grafiek kon hij uitdrukken wat met een potlood en verf niet lukt. Zo portretteerde hij de stad die hem inspireerde, en waar zijn nalatenschap nu iets voor terug doet.

Schoonhoven ziet dat mensen de aanwezige technieken om heel verschillende redenen interessant vinden. “Annelies de Greef bijvoorbeeld maakt litho’s bij ons, want ze vindt een tekening op steen afgedrukt veel sprankelender dan een van krijt of houtskool op papier. Martijn te Winkel benut het langzame proces van grafiek, omdat in die traagheid dingen gebeuren die je tevoren niet verwacht. Zelf ben ik een tekenaar en vind ik het niet interessant om een beeld twintig keer af te drukken, maar wel dat je afdrukken kunt collageren tot een nieuw beeld. Daar kun je de herhaling van het drukken op een heel ander manier inzetten. Mickey Murphy maakt monotypes. Ze drukt inkt af door te tekenen op de niet-geïnkte achterzijde van een met inkt ingerold vel papier en laat zo diffuse tekeningen ontstaan. Je merkt bij bezoekers dat de combinatie van ambacht met actuele thema’s heel vrije beelden kan opleveren.”

Nu in de Kroon wil Grafisch Atelier Minnigh vooral een community gaan opbouwen met kunstenaars en makers in de stad. Het is een vriendenactie gestart: voor 100 euro word je vriend en krijg je twee grafische werken waaronder de legoprent ‘Alles komt goed’ van Wilco Lamberts – afgedrukt met legosteentjes, ook dat kan. Er is via het Goethe Institut en CBK Rotterdam een uitwisseling met Dresden, zodat kunstenaars over en weer van elkaars faciliteiten en netwerk gebruik kunnen maken. Hun laatste gast, Birgit Schuh, hebben ze leren risoprinten. En voor kunstenaars dichterbij bieden ze maandelijks een laagdrempelig drukwerkcafé, vertelt Schoonhoven: “Op een dinsdagavond presenteren we dan een bepaalde techniek, vertellen we wat het inhoudt en eind van de avond drukken we af. Soms komen vormgevers daarna terug om bijvoorbeeld toch ook eens een ets te maken. Nu door de coronacrisis moeten we even kijken hoe we weer opstarten, na de zomer denk ik. Gelukkig is het een grote ruimte, er waren al nooit 20 man per avond. En wie nu al wil komen werken, daar is ruimte voor. Je staat niet met zijn tweeën aan een machine, dus dat is allemaal te plannen.”

Het drukwerkcafé herstart na de zomer en dan opent het ook een zeefdrukafdeling – dat staat te zijner tijd allemaal op de website. In de tussentijd zijn makers of kunstenaars die hun beeldtaal wil verrijken met grafische technieken, van harte welkom om binnen te lopen en een machine uit te proberen. Schoonhoven: “Dat is het soort mensen dat we zoeken. Mensen die ervaren zijn maar die nieuwe technieken willen proberen, om dat dan weer mee terug te nemen naar het atelier. Dat is de community die we hier willen opbouwen.”

Publicatiedatum: 02/06/2020